1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. tempt

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to tempt    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
tempting

Present simple (ott)
I tempt
you tempt
he tempts
we tempt
you tempt
they tempt

Present perfect (vtt)
I have tempted
you have tempted
he has tempted
we have tempted
you have tempted
they have tempted

Past Simple (ovt)
I tempted
you tempted
he tempted
we tempted
you tempted
they tempted

Past perfect (vvt)
I had tempted
you had tempted
he had tempted
we had tempted
you had tempted
they had tempted

Present future (ottt)
I will tempt
you will tempt
he will tempt
we will tempt
you will tempt
they will tempt

Present future perfect (vttt)
I will have tempted
you will have tempted
he will have tempted
we will have tempted
you will have tempted
they will have tempted

Past future (ovtt)
I would tempt
you would tempt
he would tempt
we would tempt
you would tempt
they would tempt

Past future perfect (vvtt)
I would have tempted
you would have tempted
he would have tempted
we would have tempted
you would have tempted
they would have tempted


Voorbeelden

  1. Can I tempt you...
    Kan ik je verleiden...
  2. Don 't tempt him.
    Verleid hem niet.
  3. Don 't tempt me, sir.
    Daag me niet uit, meneer.
  4. Dad, don 't tempt her.
    Pap, verleid haar nou niet.
  5. Don 't tempt the gods!
    Verzoek de goden niet.
  6. Let 's not tempt fate.
    Laten we het lot niet tarten.
  7. But you cannot tempt me.
    Maar je kunt me niet te verleiden.
  8. You want to tempt me.
    U wilt me verleiden.
  9. Don 't tempt me with that.
    Breng me niet in verleiding.
  10. Don 't tempt a storm, Pi.
    Nooit een storm uitdagen, Pi.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try