Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: temperen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getemperd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik temper
jij tempert
hij tempert
wij temperen
jullie temperen
zij temperen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getemperd
jij hebt getemperd
hij heeft getemperd
wij hebben getemperd
jullie hebben getemperd
zij hebben getemperd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik temperde
jij temperde
hij temperde
wij temperden
jullie temperden
zij temperden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getemperd
jij had getemperd
hij had getemperd
wij hadden getemperd
jullie hadden getemperd
zij hadden getemperd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal temperen
jij zult temperen
hij zal temperen
wij zullen temperen
jullie zullen temperen
zij zullen temperen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getemperd hebben
jij zult getemperd hebben
hij zal getemperd hebben
wij zullen getemperd hebben
jullie zullen getemperd hebben
zij zullen getemperd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou temperen
jij zou temperen
hij zou temperen
wij zouden temperen
jullie zouden temperen
zij zouden temperen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getemperd hebben
jij zou getemperd hebben
hij zou getemperd hebben
wij zouden getemperd hebben
jullie zouden getemperd hebben
zij zouden getemperd hebben

Gebiedende wijs
temper

Aanvoegende wijs
tempere

Voorbeelden

  1. Temper de violen.
    Bring down the strings.
  2. Len, temper je stem.
    Len, keep your voice down.
  3. Calm Thunder ligt tweede, Temper' s Twilight derde...
    Calm Thunder in second, Temper 's Twilight in third,
  4. Calm Thunder en Temper' s Twilight derde in het spoor.
    Calm Thunder and Temper 's Twilight in third by the rail.
  5. Wat bedoel je, temperen?
    What do you mean, scale back?
  6. Ik moet het temperen, zien te beheersen.
    Gotta tamper down, get it under control.
  7. Voor het temperen water je vader gebruikte.
    For the tempering water your father used.
  8. Mag ik aanraden je sarcasme te temperen?
    May I suggest you dial back the sarcasm.
  9. Je probeert mijn verwachtingen voor vanavond te temperen.
    You 're trying to lower my expectations for tonight.
  10. Ik probeer hier echt de verwachtingen te temperen.
    I think I 'm really trying to lower expectations here.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden