Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tellen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tel
jij telt
hij telt
wij tellen
jullie tellen
zij tellen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geteld
jij hebt geteld
hij heeft geteld
wij hebben geteld
jullie hebben geteld
zij hebben geteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik telde
jij telde
hij telde
wij telden
jullie telden
zij telden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geteld
jij had geteld
hij had geteld
wij hadden geteld
jullie hadden geteld
zij hadden geteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tellen
jij zult tellen
hij zal tellen
wij zullen tellen
jullie zullen tellen
zij zullen tellen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geteld hebben
jij zult geteld hebben
hij zal geteld hebben
wij zullen geteld hebben
jullie zullen geteld hebben
zij zullen geteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tellen
jij zou tellen
hij zou tellen
wij zouden tellen
jullie zouden tellen
zij zouden tellen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geteld hebben
jij zou geteld hebben
hij zou geteld hebben
wij zouden geteld hebben
jullie zouden geteld hebben
zij zouden geteld hebben

Gebiedende wijs
tel

Aanvoegende wijs
telle

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden