Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: teleshoppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geteleshopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik teleshop
jij teleshopt
hij teleshopt
wij teleshoppen
jullie teleshoppen
zij teleshoppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geteleshopt
jij hebt geteleshopt
hij heeft geteleshopt
wij hebben geteleshopt
jullie hebben geteleshopt
zij hebben geteleshopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik teleshopte
jij teleshopte
hij teleshopte
wij teleshopten
jullie teleshopten
zij teleshopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geteleshopt
jij had geteleshopt
hij had geteleshopt
wij hadden geteleshopt
jullie hadden geteleshopt
zij hadden geteleshopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal teleshoppen
jij zult teleshoppen
hij zal teleshoppen
wij zullen teleshoppen
jullie zullen teleshoppen
zij zullen teleshoppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geteleshopt hebben
jij zult geteleshopt hebben
hij zal geteleshopt hebben
wij zullen geteleshopt hebben
jullie zullen geteleshopt hebben
zij zullen geteleshopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou teleshoppen
jij zou teleshoppen
hij zou teleshoppen
wij zouden teleshoppen
jullie zouden teleshoppen
zij zouden teleshoppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geteleshopt hebben
jij zou geteleshopt hebben
hij zou geteleshopt hebben
wij zouden geteleshopt hebben
jullie zouden geteleshopt hebben
zij zouden geteleshopt hebben

Gebiedende wijs
teleshop

Aanvoegende wijs
teleshoppe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden