NL: tekortschieten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
tekortgeschoten
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik schiet tekort jij schiet tekort hij schiet tekort wij schieten tekort jullie schieten tekort zij schieten tekort
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik tekortschiet dat jij tekortschiet dat hij tekortschiet dat wij tekortschieten dat jullie tekortschieten dat zij tekortschieten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb tekortgeschoten jij hebt tekortgeschoten hij heeft tekortgeschoten wij hebben tekortgeschoten jullie hebben tekortgeschoten zij hebben tekortgeschoten
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik schoot tekort jij schoot tekort hij schoot tekort wij schoten tekort jullie schoten tekort zij schoten tekort
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik tekortschoot dat jij tekortschoot dat hij tekortschoot dat wij tekortschoten dat jullie tekortschoten dat zij tekortschoten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had tekortgeschoten jij had tekortgeschoten hij had tekortgeschoten wij hadden tekortgeschoten jullie hadden tekortgeschoten zij hadden tekortgeschoten
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal tekortschieten jij zult tekortschieten hij zal tekortschieten wij zullen tekortschieten jullie zullen tekortschieten zij zullen tekortschieten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal tekortgeschoten hebben jij zult tekortgeschoten hebben hij zal tekortgeschoten hebben wij zullen tekortgeschoten hebben jullie zullen tekortgeschoten hebben zij zullen tekortgeschoten hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou tekortschieten jij zou tekortschieten hij zou tekortschieten wij zouden tekortschieten jullie zouden tekortschieten zij zouden tekortschieten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou tekortgeschoten hebben jij zou tekortgeschoten hebben hij zou tekortgeschoten hebben wij zouden tekortgeschoten hebben jullie zouden tekortgeschoten hebben zij zouden tekortgeschoten hebben
|
Gebiedende wijs |
schiet tekort
|
Aanvoegende wijs |
tekortschiete |