Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tegenwerpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
tegengeworpen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik werp tegen
jij werpt tegen
hij werpt tegen
wij werpen tegen
jullie werpen tegen
zij werpen tegen

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik tegenwerp
dat jij tegenwerpt
dat hij tegenwerpt
dat wij tegenwerpen
dat jullie tegenwerpen
dat zij tegenwerpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb tegengeworpen
jij hebt tegengeworpen
hij heeft tegengeworpen
wij hebben tegengeworpen
jullie hebben tegengeworpen
zij hebben tegengeworpen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wierp tegen
jij wierp tegen
hij wierp tegen
wij wierpen tegen
jullie wierpen tegen
zij wierpen tegen

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik tegenwierp
dat jij tegenwierp
dat hij tegenwierp
dat wij tegenwierpen
dat jullie tegenwierpen
dat zij tegenwierpen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had tegengeworpen
jij had tegengeworpen
hij had tegengeworpen
wij hadden tegengeworpen
jullie hadden tegengeworpen
zij hadden tegengeworpen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tegenwerpen
jij zult tegenwerpen
hij zal tegenwerpen
wij zullen tegenwerpen
jullie zullen tegenwerpen
zij zullen tegenwerpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal tegengeworpen hebben
jij zult tegengeworpen hebben
hij zal tegengeworpen hebben
wij zullen tegengeworpen hebben
jullie zullen tegengeworpen hebben
zij zullen tegengeworpen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tegenwerpen
jij zou tegenwerpen
hij zou tegenwerpen
wij zouden tegenwerpen
jullie zouden tegenwerpen
zij zouden tegenwerpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou tegengeworpen hebben
jij zou tegengeworpen hebben
hij zou tegengeworpen hebben
wij zouden tegengeworpen hebben
jullie zouden tegengeworpen hebben
zij zouden tegengeworpen hebben

Gebiedende wijs
werp tegen

Aanvoegende wijs
tegenwerpe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden