Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tatoeëren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getatoeëerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tatoeëer
jij tatoeëert
hij tatoeëert
wij tatoeëren
jullie tatoeëren
zij tatoeëren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getatoeëerd
jij hebt getatoeëerd
hij heeft getatoeëerd
wij hebben getatoeëerd
jullie hebben getatoeëerd
zij hebben getatoeëerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tatoeëerde
jij tatoeëerde
hij tatoeëerde
wij tatoeëerden
jullie tatoeëerden
zij tatoeëerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getatoeëerd
jij had getatoeëerd
hij had getatoeëerd
wij hadden getatoeëerd
jullie hadden getatoeëerd
zij hadden getatoeëerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tatoeëren
jij zult tatoeëren
hij zal tatoeëren
wij zullen tatoeëren
jullie zullen tatoeëren
zij zullen tatoeëren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getatoeëerd hebben
jij zult getatoeëerd hebben
hij zal getatoeëerd hebben
wij zullen getatoeëerd hebben
jullie zullen getatoeëerd hebben
zij zullen getatoeëerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tatoeëren
jij zou tatoeëren
hij zou tatoeëren
wij zouden tatoeëren
jullie zouden tatoeëren
zij zouden tatoeëren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getatoeëerd hebben
jij zou getatoeëerd hebben
hij zou getatoeëerd hebben
wij zouden getatoeëerd hebben
jullie zouden getatoeëerd hebben
zij zouden getatoeëerd hebben

Gebiedende wijs
tatoeëer

Aanvoegende wijs
tatoeëre

Voorbeelden

  1. U wilt de naam tatoeëren?
    Want the name tattooed?
  2. en dan tatoeëren we hem!
    Then we tattoo him!
  3. Dat had ik moeten laten tatoeëren.
    I should 've tattooed that!
  4. Haar dij tatoeëren op mijn stok?
    Tattoo her inner thigh on my cane?
  5. Een stok tatoeëren op haar dij?
    Tattoo a cane on her inner thigh?
  6. Niet veel mensen zullen tanden tatoeëren, hè?
    There can 't be too many people that tattoo teeth, right?
  7. Ik zal je gezicht op m' n vuist tatoeëren.
    Only tattoo I 'm getting is your face on my fist.
  8. Ik moet dit niet op mijn schouder laten tatoeëren
    I don 't have to have it tattooed on my shoulder.
  9. Zij hebben Heather overgehaald om hem haar te laten tatoeëren.
    They convinced Heather to let him give her a tattoo.
  10. Ik had nooit zijn naam moeten laten tatoeëren op mijn rug.
    Never should have gotten his named tattooed on my back...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden