Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: targeten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getarget

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik target
jij target
hij target
wij targeten
jullie targeten
zij targeten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getarget
jij hebt getarget
hij heeft getarget
wij hebben getarget
jullie hebben getarget
zij hebben getarget

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik targette
jij targette
hij targette
wij targetten
jullie targetten
zij targetten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getarget
jij had getarget
hij had getarget
wij hadden getarget
jullie hadden getarget
zij hadden getarget

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal targeten
jij zult targeten
hij zal targeten
wij zullen targeten
jullie zullen targeten
zij zullen targeten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getarget hebben
jij zult getarget hebben
hij zal getarget hebben
wij zullen getarget hebben
jullie zullen getarget hebben
zij zullen getarget hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou targeten
jij zou targeten
hij zou targeten
wij zouden targeten
jullie zouden targeten
zij zouden targeten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getarget hebben
jij zou getarget hebben
hij zou getarget hebben
wij zouden getarget hebben
jullie zouden getarget hebben
zij zouden getarget hebben

Gebiedende wijs
target

Aanvoegende wijs
targete

Voorbeelden

  1. Target uitgeschakeld.
    Target terminated.
  2. Operation Prime Target is goedgekeurd.
    Operation Prime Target is a go.
  3. Verkrijgbaar bij Wal-Mart, Target, Costco.
    Look for it at Wal-Mart, Target, Costco.
  4. Hou je target indicatoren in het oog.
    Watch your target indicators down there.
  5. Hij was geen target, hij was mijn man.
    He was not a target, he was my husband.
  6. Ik kan deze vinden voor 30 dollar bij Target.
    I could pick this up for 30 bucks at Target.
  7. Ik heb 24 uur om mijn target te halen.
    I 've been given 24 hours to meet my quota.
  8. Ik loop langs Target onderweg naar Buckle... En haal wat Huggies.
    I 'm gonna swing by Targét on the way to Buckle 's and pick up some Huggies.
  9. Ik weet dat Target geen fan van je is, maar negeer hem.
    I know Target 's not a big fan, but forget about him.
  10. Bedenk je we zijn in één nacht van Tiffany' s naar Target gegaan.
    Considering we went from Tiffany 's to Target in one single night.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden