Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tapdansen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getapdanst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tapdans
jij tapdanst
hij tapdanst
wij tapdansen
jullie tapdansen
zij tapdansen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getapdanst
jij hebt getapdanst
hij heeft getapdanst
wij hebben getapdanst
jullie hebben getapdanst
zij hebben getapdanst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tapdanste
jij tapdanste
hij tapdanste
wij tapdansten
jullie tapdansten
zij tapdansten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getapdanst
jij had getapdanst
hij had getapdanst
wij hadden getapdanst
jullie hadden getapdanst
zij hadden getapdanst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tapdansen
jij zult tapdansen
hij zal tapdansen
wij zullen tapdansen
jullie zullen tapdansen
zij zullen tapdansen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getapdanst hebben
jij zult getapdanst hebben
hij zal getapdanst hebben
wij zullen getapdanst hebben
jullie zullen getapdanst hebben
zij zullen getapdanst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tapdansen
jij zou tapdansen
hij zou tapdansen
wij zouden tapdansen
jullie zouden tapdansen
zij zouden tapdansen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getapdanst hebben
jij zou getapdanst hebben
hij zou getapdanst hebben
wij zouden getapdanst hebben
jullie zouden getapdanst hebben
zij zouden getapdanst hebben

Gebiedende wijs
tapdans

Aanvoegende wijs
tapdanse

Voorbeelden

  1. Ik heb een zwak voor tapdans schoenen.
    Got a bit of a knack with tap shoes.
  2. Ik dans wel eens, maar ik tapdans niet.
    So I danced once or twice, but I don 't tap dance.
  3. Tapdans je anders hierheen om me in elkaar te slaan?
    Or what? You 'll tap dance on over here and beat us up?
  4. Tapdansen, borduren, Spaanse...
    Tap dancing, needlepoint, Spanish...
  5. Ze tapdansen ook niet.
    They don 't tap-dance either.
  6. Hij gaat voor ons tapdansen.
    He 's gonna do some tap-dancing for us.
  7. Een rijke man gaat tapdansen.
    We got a rich guy tap-dancing.
  8. Oké, kun je echt tapdansen?
    Okay, can you really tap-dance?
  9. Ik zal... tapdansen in een kippenpak.
    I will... tap dance in a chicken suit.
  10. Hoe kan ze in Godsnaam tapdansen?
    How the hell does she know how to tap-dance?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden