Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tamponneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getamponneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tamponneer
jij tamponneert
hij tamponneert
wij tamponneren
jullie tamponneren
zij tamponneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getamponneerd
jij hebt getamponneerd
hij heeft getamponneerd
wij hebben getamponneerd
jullie hebben getamponneerd
zij hebben getamponneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tamponneerde
jij tamponneerde
hij tamponneerde
wij tamponneerden
jullie tamponneerden
zij tamponneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getamponneerd
jij had getamponneerd
hij had getamponneerd
wij hadden getamponneerd
jullie hadden getamponneerd
zij hadden getamponneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tamponneren
jij zult tamponneren
hij zal tamponneren
wij zullen tamponneren
jullie zullen tamponneren
zij zullen tamponneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getamponneerd hebben
jij zult getamponneerd hebben
hij zal getamponneerd hebben
wij zullen getamponneerd hebben
jullie zullen getamponneerd hebben
zij zullen getamponneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tamponneren
jij zou tamponneren
hij zou tamponneren
wij zouden tamponneren
jullie zouden tamponneren
zij zouden tamponneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getamponneerd hebben
jij zou getamponneerd hebben
hij zou getamponneerd hebben
wij zouden getamponneerd hebben
jullie zouden getamponneerd hebben
zij zouden getamponneerd hebben

Gebiedende wijs
tamponneer

Aanvoegende wijs
tamponnere

Voorbeelden

  1. We moeten deze bloeding tamponneren.
    We need to tamponade this bleeding.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden