Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: takelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getakeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik takel
jij takelt
hij takelt
wij takelen
jullie takelen
zij takelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getakeld
jij hebt getakeld
hij heeft getakeld
wij hebben getakeld
jullie hebben getakeld
zij hebben getakeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik takelde
jij takelde
hij takelde
wij takelden
jullie takelden
zij takelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getakeld
jij had getakeld
hij had getakeld
wij hadden getakeld
jullie hadden getakeld
zij hadden getakeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal takelen
jij zult takelen
hij zal takelen
wij zullen takelen
jullie zullen takelen
zij zullen takelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getakeld hebben
jij zult getakeld hebben
hij zal getakeld hebben
wij zullen getakeld hebben
jullie zullen getakeld hebben
zij zullen getakeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou takelen
jij zou takelen
hij zou takelen
wij zouden takelen
jullie zouden takelen
zij zouden takelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getakeld hebben
jij zou getakeld hebben
hij zou getakeld hebben
wij zouden getakeld hebben
jullie zouden getakeld hebben
zij zouden getakeld hebben

Gebiedende wijs
takel

Aanvoegende wijs
takele

Voorbeelden

  1. takel
    tackle
  2. Echte takel materialen.
    Proper hoisting gear.
  3. Goeie morgen, Takel-mer.
    Top of the mornin', Tow-mer.
  4. Takel en swing boten.
    Hoist and swing boats.
  5. Is er geen elektrische takel?
    Don 't you have an electric hoist?
  6. Het is die nieuwe hydraulische takel die je wilde.
    It 's the new hydraulic hoist you wanted.
  7. Takel haar niet meer af dan ze al is.
    Don 't scratch her up any more than she already is.
  8. Ze halen een takel omlaag en hangen een schijnwerper op.
    They 're taking down a chain hoist and putting up a searchlight.
  9. En als we hoger willen, kunnen we hier nog bij die vlag een takel maken.
    And if we want to go higher, we make a hoist over here.
  10. Ze takelen op dinsdagen.
    They tow on Tuesdays.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden