Voorbeelden

1. Just... doing my taint.
   Ik werk aan mijn kleurtje.
2. Eh, taint from what, though?
   Eh, bederft van wat, hoewel?
3. That would taint the meat.
   Dat zou' t vlees bederven.
4. Best taint is Bucky Larson.
   En de beste bilnaad is voor... Bucky Larson.
5. And the taint is real, folks.
   En wat de bilnaad betreft, het is waar.
6. She will taint our human material.
   ze zal ons menselijk materiaal bederven.
7. And you could taint the investigation.
   Je kunt het onderzoek aantasten.
8. His head looks like somebody 's taint.
   Zijn hoofd lijkt op iemands infectie.
9. And to taint me with your self loathing.
   Amuseer me met je zelfafkeer.
10. How do you recognize the taint of Chaos?
    Hoe kun je zien of Chaos iemand besmet heeft?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden