Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sympathiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesympathiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sympathiseer
jij sympathiseert
hij sympathiseert
wij sympathiseren
jullie sympathiseren
zij sympathiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesympathiseerd
jij hebt gesympathiseerd
hij heeft gesympathiseerd
wij hebben gesympathiseerd
jullie hebben gesympathiseerd
zij hebben gesympathiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sympathiseerde
jij sympathiseerde
hij sympathiseerde
wij sympathiseerden
jullie sympathiseerden
zij sympathiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesympathiseerd
jij had gesympathiseerd
hij had gesympathiseerd
wij hadden gesympathiseerd
jullie hadden gesympathiseerd
zij hadden gesympathiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sympathiseren
jij zult sympathiseren
hij zal sympathiseren
wij zullen sympathiseren
jullie zullen sympathiseren
zij zullen sympathiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesympathiseerd hebben
jij zult gesympathiseerd hebben
hij zal gesympathiseerd hebben
wij zullen gesympathiseerd hebben
jullie zullen gesympathiseerd hebben
zij zullen gesympathiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sympathiseren
jij zou sympathiseren
hij zou sympathiseren
wij zouden sympathiseren
jullie zouden sympathiseren
zij zouden sympathiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesympathiseerd hebben
jij zou gesympathiseerd hebben
hij zou gesympathiseerd hebben
wij zouden gesympathiseerd hebben
jullie zouden gesympathiseerd hebben
zij zouden gesympathiseerd hebben

Gebiedende wijs
sympathiseer

Aanvoegende wijs
sympathisere

Voorbeelden

  1. Sympathiseer je met ze?
    You have sympathies with them?
  2. Ik sympathiseer, uw dilemma is acuut.
    I sympathise. Your dilemma is acute.
  3. Ik sympathiseer met veel van hun doelstellingen.
    I sympathise with many of their aims.
  4. Sympathiseer je nog steeds met de Russen?
    Are you still a Russian sympathizer?
  5. Ik sympathiseer, maar de wet is de wet.
    I sympathize, but the law is the law.
  6. Ik sympathiseer zeker niet met de Nazi ideologie.
    I certainly don 't sympathise with the Nazi ideology.
  7. Ik sympathiseer met jongens die opgroeiden in de binnenstad, en onderdrukt werden.
    I sympathize with guys who grew up in the inner city, kept down by The Man.
  8. Meneer, ik bewonder uw loyaliteit aan hem en ik sympathiseer met zijn situatie, maar...
    Sir, I admire your loyalty to him and I sympathise with his situation, but...
  9. Wie zou er ooit met je kunnen sympathiseren?
    Who could ever sympathize with you?
  10. Het zal je verbazen hoeveel geleerden sympathiseren met mijn filosofie.
    Many scientists are sympathetic to my philosophies.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden