Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: symboliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesymboliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik symboliseer
jij symboliseert
hij symboliseert
wij symboliseren
jullie symboliseren
zij symboliseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesymboliseerd
jij hebt gesymboliseerd
hij heeft gesymboliseerd
wij hebben gesymboliseerd
jullie hebben gesymboliseerd
zij hebben gesymboliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik symboliseerde
jij symboliseerde
hij symboliseerde
wij symboliseerden
jullie symboliseerden
zij symboliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesymboliseerd
jij had gesymboliseerd
hij had gesymboliseerd
wij hadden gesymboliseerd
jullie hadden gesymboliseerd
zij hadden gesymboliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal symboliseren
jij zult symboliseren
hij zal symboliseren
wij zullen symboliseren
jullie zullen symboliseren
zij zullen symboliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesymboliseerd hebben
jij zult gesymboliseerd hebben
hij zal gesymboliseerd hebben
wij zullen gesymboliseerd hebben
jullie zullen gesymboliseerd hebben
zij zullen gesymboliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou symboliseren
jij zou symboliseren
hij zou symboliseren
wij zouden symboliseren
jullie zouden symboliseren
zij zouden symboliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesymboliseerd hebben
jij zou gesymboliseerd hebben
hij zou gesymboliseerd hebben
wij zouden gesymboliseerd hebben
jullie zouden gesymboliseerd hebben
zij zouden gesymboliseerd hebben

Gebiedende wijs
symboliseer

Aanvoegende wijs
symbolisere

Voorbeelden

  1. Ze symboliseren het moederschap?
    The breasts symbolise motherhood?
  2. Spiralen symboliseren de lucht.
    Spirals symbolize the air.
  3. Het moest iets symboliseren.
    I wanted it to mean something.
  4. Schijnbaar symboliseren ze de dood.
    Apparently they symbolize death.
  5. Wat zou dat rinkelen symboliseren?
    What could the ringing symbolise?
  6. Een scheids en een rechter symboliseren gezag.
    A ref and a judge symbolize authority.
  7. Pauwen symboliseren zelfexpressie en vertrouwen en onsterfelijkheid.
    Peacocks symbolize self-expression and confidence and immortality.
  8. Ik wilde iets definitief om onze liefde te symboliseren.
    I wanted to get something permanentto symbolize our love.
  9. Rilke zegt dat munten het wonder en de terreur van fortuin symboliseren.
    Rilke says coins symbolize the wonder and terror of fortune.
  10. De handen symboliseren vriendschap, het hart is liefde, en de kroon is loyaliteit.
    The hands symbolize friendship, the heart is love, and the crown is loyalty.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden