Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: swipen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geswipet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik swipe
jij swipet
hij swipet
wij swipen
jullie swipen
zij swipen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geswipet
jij hebt geswipet
hij heeft geswipet
wij hebben geswipet
jullie hebben geswipet
zij hebben geswipet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik swipete
jij swipete
hij swipete
wij swipeten
jullie swipeten
zij swipeten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geswipet
jij had geswipet
hij had geswipet
wij hadden geswipet
jullie hadden geswipet
zij hadden geswipet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal swipen
jij zult swipen
hij zal swipen
wij zullen swipen
jullie zullen swipen
zij zullen swipen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geswipet hebben
jij zult geswipet hebben
hij zal geswipet hebben
wij zullen geswipet hebben
jullie zullen geswipet hebben
zij zullen geswipet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou swipen
jij zou swipen
hij zou swipen
wij zouden swipen
jullie zouden swipen
zij zouden swipen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geswipet hebben
jij zou geswipet hebben
hij zou geswipet hebben
wij zouden geswipet hebben
jullie zouden geswipet hebben
zij zouden geswipet hebben

Gebiedende wijs
swipe

Aanvoegende wijs
swipe
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Er is het swipe systeem.
    There 's the swipe system.
  2. Weet wat er gebeurd is met de laatste persoon die zijn swipe-kaart verloor.
    Remember what happened to the last person who lost their swipe card.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden