NL: supervisen
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gesupervised
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik supervise
jij superviset
hij superviset
wij supervisen
jullie supervisen
zij supervisen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gesupervised
jij hebt gesupervised
hij heeft gesupervised
wij hebben gesupervised
jullie hebben gesupervised
zij hebben gesupervised
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik supervisede
jij supervisede
hij supervisede
wij superviseden
jullie superviseden
zij superviseden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gesupervised
jij had gesupervised
hij had gesupervised
wij hadden gesupervised
jullie hadden gesupervised
zij hadden gesupervised
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal supervisen
jij zult supervisen
hij zal supervisen
wij zullen supervisen
jullie zullen supervisen
zij zullen supervisen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gesupervised hebben
jij zult gesupervised hebben
hij zal gesupervised hebben
wij zullen gesupervised hebben
jullie zullen gesupervised hebben
zij zullen gesupervised hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou supervisen
jij zou supervisen
hij zou supervisen
wij zouden supervisen
jullie zouden supervisen
zij zouden supervisen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gesupervised hebben
jij zou gesupervised hebben
hij zou gesupervised hebben
wij zouden gesupervised hebben
jullie zouden gesupervised hebben
zij zouden gesupervised hebben
|
| Gebiedende wijs |
supervise
|
| Aanvoegende wijs |
| supervise |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden