Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stukadoren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestukadoord

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stukadoor
jij stukadoort
hij stukadoort
wij stukadoren
jullie stukadoren
zij stukadoren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestukadoord
jij hebt gestukadoord
hij heeft gestukadoord
wij hebben gestukadoord
jullie hebben gestukadoord
zij hebben gestukadoord

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stukadoorde
jij stukadoorde
hij stukadoorde
wij stukadoorden
jullie stukadoorden
zij stukadoorden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestukadoord
jij had gestukadoord
hij had gestukadoord
wij hadden gestukadoord
jullie hadden gestukadoord
zij hadden gestukadoord

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stukadoren
jij zult stukadoren
hij zal stukadoren
wij zullen stukadoren
jullie zullen stukadoren
zij zullen stukadoren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestukadoord hebben
jij zult gestukadoord hebben
hij zal gestukadoord hebben
wij zullen gestukadoord hebben
jullie zullen gestukadoord hebben
zij zullen gestukadoord hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stukadoren
jij zou stukadoren
hij zou stukadoren
wij zouden stukadoren
jullie zouden stukadoren
zij zouden stukadoren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestukadoord hebben
jij zou gestukadoord hebben
hij zou gestukadoord hebben
wij zouden gestukadoord hebben
jullie zouden gestukadoord hebben
zij zouden gestukadoord hebben

Gebiedende wijs
stukadoor

Aanvoegende wijs
stukadore

Voorbeelden

  1. Dokter, stukadoor, hondenuitlater.
    Doctor, dry-wall hanger, dog walker.
  2. M' n vader is stukadoor.
    My dad 's a plasterer.
  3. Een jonge stukadoor die ik tegenkwam in Hamburg.
    A young stevedore I encountered in Hamburg.
  4. Een stukadoor. Veroordeeld wegens exhibitionisme, maar die is net overleden.
    We found a plasterer with priors for flashing, but he lost a fight with a.44 last month.
  5. Mijn handelsmerk als stukadoor en wat ik jou ga leren, jongeman.
    My plasterer 's trademark that you shall spend all day learning, young man.
  6. Een stukadoor had hem gisteren mee naar een klus, en kwam niet meer terug.
    They said a drywaller had it out on a job yesterday, and never came back.
  7. Je gaat met mij mee om te leren stukadoren.
    You 're gonna come to work with me and learn to plaster.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden