NL: stukadoren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gestukadoord
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik stukadoor jij stukadoort hij stukadoort wij stukadoren jullie stukadoren zij stukadoren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gestukadoord jij hebt gestukadoord hij heeft gestukadoord wij hebben gestukadoord jullie hebben gestukadoord zij hebben gestukadoord
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik stukadoorde jij stukadoorde hij stukadoorde wij stukadoorden jullie stukadoorden zij stukadoorden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gestukadoord jij had gestukadoord hij had gestukadoord wij hadden gestukadoord jullie hadden gestukadoord zij hadden gestukadoord
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal stukadoren jij zult stukadoren hij zal stukadoren wij zullen stukadoren jullie zullen stukadoren zij zullen stukadoren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gestukadoord hebben jij zult gestukadoord hebben hij zal gestukadoord hebben wij zullen gestukadoord hebben jullie zullen gestukadoord hebben zij zullen gestukadoord hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou stukadoren jij zou stukadoren hij zou stukadoren wij zouden stukadoren jullie zouden stukadoren zij zouden stukadoren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gestukadoord hebben jij zou gestukadoord hebben hij zou gestukadoord hebben wij zouden gestukadoord hebben jullie zouden gestukadoord hebben zij zouden gestukadoord hebben
|
| Gebiedende wijs |
stukadoor
|
| Aanvoegende wijs |
| stukadore |