Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stuiptrekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestuiptrekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stuiptrek
jij stuiptrekt
hij stuiptrekt
wij stuiptrekken
jullie stuiptrekken
zij stuiptrekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestuiptrekt
jij hebt gestuiptrekt
hij heeft gestuiptrekt
wij hebben gestuiptrekt
jullie hebben gestuiptrekt
zij hebben gestuiptrekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stuiptrekte
jij stuiptrekte
hij stuiptrekte
wij stuiptrekten
jullie stuiptrekten
zij stuiptrekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestuiptrekt
jij had gestuiptrekt
hij had gestuiptrekt
wij hadden gestuiptrekt
jullie hadden gestuiptrekt
zij hadden gestuiptrekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stuiptrekken
jij zult stuiptrekken
hij zal stuiptrekken
wij zullen stuiptrekken
jullie zullen stuiptrekken
zij zullen stuiptrekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestuiptrekt hebben
jij zult gestuiptrekt hebben
hij zal gestuiptrekt hebben
wij zullen gestuiptrekt hebben
jullie zullen gestuiptrekt hebben
zij zullen gestuiptrekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stuiptrekken
jij zou stuiptrekken
hij zou stuiptrekken
wij zouden stuiptrekken
jullie zouden stuiptrekken
zij zouden stuiptrekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestuiptrekt hebben
jij zou gestuiptrekt hebben
hij zou gestuiptrekt hebben
wij zouden gestuiptrekt hebben
jullie zouden gestuiptrekt hebben
zij zouden gestuiptrekt hebben

Gebiedende wijs
stuiptrek

Aanvoegende wijs
stuiptrekke

Voorbeelden

  1. Ze begon... te stuiptrekken, en ik dacht:
    She started to... She started to convulse, and I thought,
  2. En ze begint te stuiptrekken als een epilepticus.
    And then she just starts convulsing like this... like this epileptic.
  3. En als je het weet, als je begint met stuiptrekken,
    And just so you know, if you start to convulse,
  4. Hij begon te stuiptrekken toen hij z' n medicatie had genomen.
    He started convulsing after he took his meds.
  5. Het enige wat hij nog kon na het afvuren was stuiptrekken.
    The only thing he could 've done after the gun discharged was twitch.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden