Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to stride    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
striding

Present simple (ott)
I stride
you stride
he strides
we stride
you stride
they stride

Present perfect (vtt)
I have strode; stridden
you have strode; stridden
he has strode; stridden
we have strode; stridden
you have strode; stridden
they have strode; stridden

Past Simple (ovt)
I strode
you strode
he strode
we strode
you strode
they strode

Past perfect (vvt)
I had strode; stridden
you had strode; stridden
he had strode; stridden
we had strode; stridden
you had strode; stridden
they had strode; stridden

Present future (ottt)
I will stride
you will stride
he will stride
we will stride
you will stride
they will stride

Present future perfect (vttt)
I will have strode; stridden
you will have strode; stridden
he will have strode; stridden
we will have strode; stridden
you will have strode; stridden
they will have strode; stridden

Past future (ovtt)
I would stride
you would stride
he would stride
we would stride
you would stride
they would stride

Past future perfect (vvtt)
I would have strode; stridden
you would have strode; stridden
he would have strode; stridden
we would have strode; stridden
you would have strode; stridden
they would have strode; stridden


Voorbeelden

  1. stride
    stride
  2. Stride gum factory?
    De fabriek onderzoeken?
  3. Took what in stride?
    Nam het moedig op?
  4. Loose stride, sleepy eyes.
    Losse tred, slaperige ogen...
  5. Every stride is a nightmare!
    Elke inspanning is een nachtmerrie!
  6. In his stride, I suppose.
    Op zijn manier, denk ik.
  7. Took it in his stride.
    Hij verwerkte het goed.
  8. Give him a confident stride.
    Geef hem een zelfbewuste gang.
  9. With a long, powerful stride.
    Met een lange, krachtige looppas.
  10. ♫ Finding my stride
    Het vinden van mijn pas

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden