Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: strengelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestrengeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik strengel
jij strengelt
hij strengelt
wij strengelen
jullie strengelen
zij strengelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben gestrengeld
jij bent gestrengeld
hij is gestrengeld
wij zijn gestrengeld
jullie zijn gestrengeld
zij zijn gestrengeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik strengelde
jij strengelde
hij strengelde
wij strengelden
jullie strengelden
zij strengelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was gestrengeld
jij was gestrengeld
hij was gestrengeld
wij waren gestrengeld
jullie waren gestrengeld
zij waren gestrengeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal strengelen
jij zult strengelen
hij zal strengelen
wij zullen strengelen
jullie zullen strengelen
zij zullen strengelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestrengeld zijn
jij zult gestrengeld zijn
hij zal gestrengeld zijn
wij zullen gestrengeld zijn
jullie zullen gestrengeld zijn
zij zullen gestrengeld zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou strengelen
jij zou strengelen
hij zou strengelen
wij zouden strengelen
jullie zouden strengelen
zij zouden strengelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestrengeld zijn
jij zou gestrengeld zijn
hij zou gestrengeld zijn
wij zouden gestrengeld zijn
jullie zouden gestrengeld zijn
zij zouden gestrengeld zijn

Gebiedende wijs
strengel

Aanvoegende wijs
strengele

Voorbeelden

  1. Was het maïs strengel geel en pompeuze Chesterfields?
    Was it cornstalk yellow and pompous Chesterfields?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden