NL: streetracen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gestreetracet
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik streetrace jij streetracet hij streetracet wij streetracen jullie streetracen zij streetracen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gestreetracet jij hebt gestreetracet hij heeft gestreetracet wij hebben gestreetracet jullie hebben gestreetracet zij hebben gestreetracet
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik streetracete jij streetracete hij streetracete wij streetraceten jullie streetraceten zij streetraceten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gestreetracet jij had gestreetracet hij had gestreetracet wij hadden gestreetracet jullie hadden gestreetracet zij hadden gestreetracet
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal streetracen jij zult streetracen hij zal streetracen wij zullen streetracen jullie zullen streetracen zij zullen streetracen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gestreetracet hebben jij zult gestreetracet hebben hij zal gestreetracet hebben wij zullen gestreetracet hebben jullie zullen gestreetracet hebben zij zullen gestreetracet hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou streetracen jij zou streetracen hij zou streetracen wij zouden streetracen jullie zouden streetracen zij zouden streetracen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gestreetracet hebben jij zou gestreetracet hebben hij zou gestreetracet hebben wij zouden gestreetracet hebben jullie zouden gestreetracet hebben zij zouden gestreetracet hebben
|
Gebiedende wijs |
streetrace
|
Aanvoegende wijs |
streetrace |