Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stoven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestoofd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stoof
jij stooft
hij stooft
wij stoven
jullie stoven
zij stoven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestoofd
jij hebt gestoofd
hij heeft gestoofd
wij hebben gestoofd
jullie hebben gestoofd
zij hebben gestoofd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stoofde
jij stoofde
hij stoofde
wij stoofden
jullie stoofden
zij stoofden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestoofd
jij had gestoofd
hij had gestoofd
wij hadden gestoofd
jullie hadden gestoofd
zij hadden gestoofd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stoven
jij zult stoven
hij zal stoven
wij zullen stoven
jullie zullen stoven
zij zullen stoven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestoofd hebben
jij zult gestoofd hebben
hij zal gestoofd hebben
wij zullen gestoofd hebben
jullie zullen gestoofd hebben
zij zullen gestoofd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stoven
jij zou stoven
hij zou stoven
wij zouden stoven
jullie zouden stoven
zij zouden stoven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestoofd hebben
jij zou gestoofd hebben
hij zou gestoofd hebben
wij zouden gestoofd hebben
jullie zouden gestoofd hebben
zij zouden gestoofd hebben

Gebiedende wijs
stoof

Aanvoegende wijs
stove

Voorbeelden

  1. Als het weer zo' n gortdroge stoof...
    And God help me if it 's another bone-dry pot roast
  2. Stoof me nog eens een kool, peultje.
    Thumb me another one, shuckie-lumps!
  3. Nu gaan we mijn geiten stoof proeven.
    And now you will sample my goat stew.
  4. Tien minuten later stoof hij weer voorbij.
    Then he blew by again maybe 10 minutes later.
  5. In Flea Bottom noemden we het bruine stoof.
    In Flea Bottom we called them bowls of brown.
  6. En stoof is een zacht woord voor het.
    And stew is a kind word for it.
  7. Er ligt wat voor je naast de stoof.
    there are some blintzes near the stove.
  8. Hij wilde hem stoven.
    Wanted to set it to stew.
  9. Die zwijnen stoven hier binnen als een wervelwind.
    Pigs blew through here like a damn hurricane.
  10. Wanneer ze je hebben, dan stoven ze je.
    When they get you, they let you stew.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden