Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stompen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestompt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stomp
jij stompt
hij stompt
wij stompen
jullie stompen
zij stompen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestompt
jij hebt gestompt
hij heeft gestompt
wij hebben gestompt
jullie hebben gestompt
zij hebben gestompt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stompte
jij stompte
hij stompte
wij stompten
jullie stompten
zij stompten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestompt
jij had gestompt
hij had gestompt
wij hadden gestompt
jullie hadden gestompt
zij hadden gestompt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stompen
jij zult stompen
hij zal stompen
wij zullen stompen
jullie zullen stompen
zij zullen stompen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestompt hebben
jij zult gestompt hebben
hij zal gestompt hebben
wij zullen gestompt hebben
jullie zullen gestompt hebben
zij zullen gestompt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stompen
jij zou stompen
hij zou stompen
wij zouden stompen
jullie zouden stompen
zij zouden stompen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestompt hebben
jij zou gestompt hebben
hij zou gestompt hebben
wij zouden gestompt hebben
jullie zouden gestompt hebben
zij zouden gestompt hebben

Gebiedende wijs
stomp

Aanvoegende wijs
stompe

Voorbeelden

  1. stomp
    stomp
  2. stomp hem en stomp hem en stomp hem.
    Thump' em and thump' em and thump' em.
  3. profieldeur stomp
    inset moulded door
  4. Een precordiale stomp?
    Precordial thump?
  5. Stomp trauma, hè?
    Blunt-force trauma, huh?
  6. Stomp voorwerp trauma.
    Blunt-force trauma.
  7. Stomp hem, George.
    Thump him, George!
  8. En niet stomp trauma.
    And not blunt force trauma.
  9. Trauma met stomp voorwerp.
    Blunt force trauma.
  10. Standaard stomp voorwerp trauma.
    Your basic blunt force trauma.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden