Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stofferen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestoffeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stoffeer
jij stoffeert
hij stoffeert
wij stofferen
jullie stofferen
zij stofferen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestoffeerd
jij hebt gestoffeerd
hij heeft gestoffeerd
wij hebben gestoffeerd
jullie hebben gestoffeerd
zij hebben gestoffeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stoffeerde
jij stoffeerde
hij stoffeerde
wij stoffeerden
jullie stoffeerden
zij stoffeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestoffeerd
jij had gestoffeerd
hij had gestoffeerd
wij hadden gestoffeerd
jullie hadden gestoffeerd
zij hadden gestoffeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stofferen
jij zult stofferen
hij zal stofferen
wij zullen stofferen
jullie zullen stofferen
zij zullen stofferen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestoffeerd hebben
jij zult gestoffeerd hebben
hij zal gestoffeerd hebben
wij zullen gestoffeerd hebben
jullie zullen gestoffeerd hebben
zij zullen gestoffeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stofferen
jij zou stofferen
hij zou stofferen
wij zouden stofferen
jullie zouden stofferen
zij zouden stofferen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestoffeerd hebben
jij zou gestoffeerd hebben
hij zou gestoffeerd hebben
wij zouden gestoffeerd hebben
jullie zouden gestoffeerd hebben
zij zouden gestoffeerd hebben

Gebiedende wijs
stoffeer

Aanvoegende wijs
stoffere

Voorbeelden

  1. Jullie moeten de meubels stofferen.
    There 's reupholstering to be done.
  2. Ik kan mijn hele huis stofferen voor een paar duizend dollar.
    I could carpet my entire house for a couple grand.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden