NL: stockjobben U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gestockjobd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik stockjob jij stockjobt hij stockjobt wij stockjobben jullie stockjobben zij stockjobben
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gestockjobd jij hebt gestockjobd hij heeft gestockjobd wij hebben gestockjobd jullie hebben gestockjobd zij hebben gestockjobd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik stockjobde jij stockjobde hij stockjobde wij stockjobden jullie stockjobden zij stockjobden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gestockjobd jij had gestockjobd hij had gestockjobd wij hadden gestockjobd jullie hadden gestockjobd zij hadden gestockjobd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal stockjobben jij zult stockjobben hij zal stockjobben wij zullen stockjobben jullie zullen stockjobben zij zullen stockjobben
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gestockjobd hebben jij zult gestockjobd hebben hij zal gestockjobd hebben wij zullen gestockjobd hebben jullie zullen gestockjobd hebben zij zullen gestockjobd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou stockjobben jij zou stockjobben hij zou stockjobben wij zouden stockjobben jullie zouden stockjobben zij zouden stockjobben
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gestockjobd hebben jij zou gestockjobd hebben hij zou gestockjobd hebben wij zouden gestockjobd hebben jullie zouden gestockjobd hebben zij zouden gestockjobd hebben
|
| Gebiedende wijs |
stockjob
|
| Aanvoegende wijs |
| stockjobbe |