Voorbeelden

1. Ja. Siebter stock.
   Ja, zevende etage.
2. Vierter Stock, Nordturm.
   Vierde etage, noordelijke toren.
3. Hamiltongebäude, 25ster Stock.
   Hamilton gebouw, 25ste verdieping.
4. Äh, sechster Stock.
   Eh, 6e verdieping.
5. Im fünften Stock
   Op de 5e verdieping
6. In welchem Stock?
   Op welke verdieping?
7. Hol meinen Stock.
   Ga mijn stok halen.
8. Im dritten Stock?
   Op de derde verdieping?
9. Zweiter Stock, Unterwäsche.
   Tweede etage, lingerie.
10. Ein Stock tiefer.
    Een verdieping lager.

Voorbeelden

1. Gewoon prachtig, Miss Stock!
   Just marvellous, Miss Stock!
2. En Leela, Tweedehands Onderbroeken Stock.
   And Leela, Bulk Underpants Outlet.
3. Terwijl Charlie de stock doet.
   While Charlie 's out getting new inventory.
4. Dus u shorted zijn stock.
   So you shorted his stock instead.
5. Maak je geen zorgen, Mevr Stock.
   Don 't worry, Mrs Stock.
6. Stock beweegt niet zoals vroeger, Cheryl,
   Inventory 's not moving like it used to, Cheryl,
7. M' n piloot is Dave Stock.
   My pilot today is Dave Stock.
8. Coach Stock onmiddellijk naar zijn speler.
   Coach Stock over immediately to check on his player.
9. Barracuda, Super Stock 426, volledig uitgebouwd.
   Barracuda, Super Stock 426, heavy package.
10. Wat is jouw verhaal, Dennis Stock?
    What 's your story, Dennis Stock?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden