Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: stippen
NL: stippen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestipt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stip
jij stipt
hij stipt
wij stippen
jullie stippen
zij stippen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestipt
jij hebt gestipt
hij heeft gestipt
wij hebben gestipt
jullie hebben gestipt
zij hebben gestipt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stipte
jij stipte
hij stipte
wij stipten
jullie stipten
zij stipten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestipt
jij had gestipt
hij had gestipt
wij hadden gestipt
jullie hadden gestipt
zij hadden gestipt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stippen
jij zult stippen
hij zal stippen
wij zullen stippen
jullie zullen stippen
zij zullen stippen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestipt hebben
jij zult gestipt hebben
hij zal gestipt hebben
wij zullen gestipt hebben
jullie zullen gestipt hebben
zij zullen gestipt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stippen
jij zou stippen
hij zou stippen
wij zouden stippen
jullie zouden stippen
zij zouden stippen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestipt hebben
jij zou gestipt hebben
hij zou gestipt hebben
wij zouden gestipt hebben
jullie zouden gestipt hebben
zij zouden gestipt hebben

Gebiedende wijs
stip

Aanvoegende wijs
stippe

Voorbeelden

  1. Kasatonov op de stip.
    Kasatonov at the point.
  2. Kasatonov vanaf de stip.
    Kasatonov from the point.
  3. Een stip voor elk jaar.
    A dot for each stretch.
  4. Ga op de stip staan.
    Place your feet on the mark.
  5. Drijf hem naar de stip.
    Get it to a point.
  6. Acht uur op de stip.
    Eight o 'clock on the dot.
  7. Nummer één met stip, jongen.
    Number one with a bullet, Dutch boy.
  8. Heb je je rode stip?
    You having your red dot special?
  9. Wat is een zwarte stip.
    What 's the black dot?
  10. Hier, die kleine rode stip.
    Here, the little red dot.


DE: stippen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
gestippt
stippend

Indikativ Präsens
ich stippe
du stippst
er stippt
wir stippen
ihr stippt
sie; Sie stippen

Indikativ Perfekt
ich habe gestippt
du hast gestippt
er hat gestippt
wir haben gestippt
ihr habt gestippt
sie; Sie haben gestippt

Indikativ Präteritum
ich stippte
du stipptest
er stippte
wir stippten
ihr stipptet
sie; Sie stippten

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte gestippt
du hattest gestippt
er hatte gestippt
wir hatten gestippt
ihr hattet gestippt
sie; Sie hatten gestippt

Indikativ Futur I
ich werde stippen
du wirst stippen
er wird stippen
wir werden stippen
ihr werdet stippen
sie; Sie werden stippen

Indikativ Futur II
ich werde gestippt haben
du wirst gestippt haben
er wird gestippt haben
wir werden gestippt haben
ihr werdet gestippt haben
sie; Sie werden gestippt haben

Konjunktiv I Präsens
ich stippe
du stippest
er stippe
wir stippen
ihr stippet
sie; Sie stippen

Konjunktiv I Perfekt
ich habe gestippt
du habest gestippt
er habe gestippt
wir haben gestippt
ihr habet gestippt
sie; Sie haben gestippt

Konjunktiv II Präsens
ich stippte
du stipptest
er stippte
wir stippten
ihr stipptet
sie; Sie stippten

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte gestippt
du hättest gestippt
er hätte gestippt
wir hätten gestippt
ihr hättet gestippt
sie; Sie hätten gestippt

Konjunktiv II Futur I
ich würde stippen
du würdest stippen
er würde stippen
wir würden stippen
ihr würdet stippen
sie; Sie würden stippen

Konjunktiv II Futur II
ich würde gestippt haben
du würdest gestippt haben
er würde gestippt haben
wir würden gestippt haben
ihr würdet gestippt haben
sie; Sie würden gestippt haben

der Imperativ
du stippe


Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden