Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stencilen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestencild

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stencil
jij stencilt
hij stencilt
wij stencilen
jullie stencilen
zij stencilen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestencild
jij hebt gestencild
hij heeft gestencild
wij hebben gestencild
jullie hebben gestencild
zij hebben gestencild

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stencilde
jij stencilde
hij stencilde
wij stencilden
jullie stencilden
zij stencilden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestencild
jij had gestencild
hij had gestencild
wij hadden gestencild
jullie hadden gestencild
zij hadden gestencild

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stencilen
jij zult stencilen
hij zal stencilen
wij zullen stencilen
jullie zullen stencilen
zij zullen stencilen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestencild hebben
jij zult gestencild hebben
hij zal gestencild hebben
wij zullen gestencild hebben
jullie zullen gestencild hebben
zij zullen gestencild hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stencilen
jij zou stencilen
hij zou stencilen
wij zouden stencilen
jullie zouden stencilen
zij zouden stencilen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestencild hebben
jij zou gestencild hebben
hij zou gestencild hebben
wij zouden gestencild hebben
jullie zouden gestencild hebben
zij zouden gestencild hebben

Gebiedende wijs
stencil

Aanvoegende wijs
stencile

Voorbeelden

  1. Leuke stencil. wat doe je?
    Great stencil. What do you do?
  2. Ik heb je vingerafdrukken op een stencil gevonden.
    I found your fingerprints on a stencil.
  3. Het zou van alles kunnen zijn, stencil, steevast, stellen.
    It could be anything. It could be stencil, steeple, stellar.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden