Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stelpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestelpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stelp
jij stelpt
hij stelpt
wij stelpen
jullie stelpen
zij stelpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestelpt
jij hebt gestelpt
hij heeft gestelpt
wij hebben gestelpt
jullie hebben gestelpt
zij hebben gestelpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stelpte
jij stelpte
hij stelpte
wij stelpten
jullie stelpten
zij stelpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestelpt
jij had gestelpt
hij had gestelpt
wij hadden gestelpt
jullie hadden gestelpt
zij hadden gestelpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stelpen
jij zult stelpen
hij zal stelpen
wij zullen stelpen
jullie zullen stelpen
zij zullen stelpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestelpt hebben
jij zult gestelpt hebben
hij zal gestelpt hebben
wij zullen gestelpt hebben
jullie zullen gestelpt hebben
zij zullen gestelpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stelpen
jij zou stelpen
hij zou stelpen
wij zouden stelpen
jullie zouden stelpen
zij zouden stelpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestelpt hebben
jij zou gestelpt hebben
hij zou gestelpt hebben
wij zouden gestelpt hebben
jullie zouden gestelpt hebben
zij zouden gestelpt hebben

Gebiedende wijs
stelp

Aanvoegende wijs
stelpe

Voorbeelden

  1. Stelp de bloeding nu.
    Now stem the bleeding.
  2. Zo stelp je de bloeding.
    This will help stop the bleeding.
  3. Spalk de heupen, stelp de bloedingen, en schuift de rest naar binnen.
    Splint the hips, staunch the bleeds, and shove the rest inside.
  4. Ik wilde het stelpen.
    I tried to stop the bleeding.
  5. Ik moet dat stelpen.
    I got to close that.
  6. We moeten de bloeding stelpen.
    We need to stop the bleeding.
  7. We moeten die bloeding stelpen.
    We want to stop that blood.
  8. Ik kan het bloeden niet stelpen.
    I can 't stop the bleeding.
  9. Hey... we moeten het bloeden stelpen.
    Hey... We have to stop her bleeding.
  10. Ik heb het bloeden kunnen stelpen.
    I 've managed to stop the bleeding.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden