Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stampen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestampt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stamp
jij stampt
hij stampt
wij stampen
jullie stampen
zij stampen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestampt
jij hebt gestampt
hij heeft gestampt
wij hebben gestampt
jullie hebben gestampt
zij hebben gestampt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stampte
jij stampte
hij stampte
wij stampten
jullie stampten
zij stampten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestampt
jij had gestampt
hij had gestampt
wij hadden gestampt
jullie hadden gestampt
zij hadden gestampt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stampen
jij zult stampen
hij zal stampen
wij zullen stampen
jullie zullen stampen
zij zullen stampen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestampt hebben
jij zult gestampt hebben
hij zal gestampt hebben
wij zullen gestampt hebben
jullie zullen gestampt hebben
zij zullen gestampt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stampen
jij zou stampen
hij zou stampen
wij zouden stampen
jullie zouden stampen
zij zouden stampen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestampt hebben
jij zou gestampt hebben
hij zou gestampt hebben
wij zouden gestampt hebben
jullie zouden gestampt hebben
zij zouden gestampt hebben

Gebiedende wijs
stamp

Aanvoegende wijs
stampe

Voorbeelden

  1. Stamp met je voeten.
    Just stamp your foot.
  2. Grote stamp, weinig kietels.
    Large kickie, hold the tickle.
  3. Vooruit, stamp hem plat.
    Go on, stamp on it!
  4. Ik stamp je in stukken!
    I 'll stomp you into paste!
  5. Stamp dan met je voeten.
    Not if you stamp your feet.
  6. Nu, stamp op mijn teken.
    Now, on the count of kick.
  7. Net als de Stamp Tax.
    So is the Stamp Tax.
  8. Opzij of ik stamp in uw mossel!
    Move or I 'll kick you in the clam!
  9. Stamp ze in, Tripod, laten we gaan!
    Kick it, tripod, let 's go!
  10. Als je iets wilt, stamp op de vloer.
    If you want something, bang on the floor.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden