Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: stabiliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gestabiliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stabiliseer
jij stabiliseert
hij stabiliseert
wij stabiliseren
jullie stabiliseren
zij stabiliseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gestabiliseerd
jij hebt gestabiliseerd
hij heeft gestabiliseerd
wij hebben gestabiliseerd
jullie hebben gestabiliseerd
zij hebben gestabiliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stabiliseerde
jij stabiliseerde
hij stabiliseerde
wij stabiliseerden
jullie stabiliseerden
zij stabiliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gestabiliseerd
jij had gestabiliseerd
hij had gestabiliseerd
wij hadden gestabiliseerd
jullie hadden gestabiliseerd
zij hadden gestabiliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal stabiliseren
jij zult stabiliseren
hij zal stabiliseren
wij zullen stabiliseren
jullie zullen stabiliseren
zij zullen stabiliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gestabiliseerd hebben
jij zult gestabiliseerd hebben
hij zal gestabiliseerd hebben
wij zullen gestabiliseerd hebben
jullie zullen gestabiliseerd hebben
zij zullen gestabiliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou stabiliseren
jij zou stabiliseren
hij zou stabiliseren
wij zouden stabiliseren
jullie zouden stabiliseren
zij zouden stabiliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gestabiliseerd hebben
jij zou gestabiliseerd hebben
hij zou gestabiliseerd hebben
wij zouden gestabiliseerd hebben
jullie zouden gestabiliseerd hebben
zij zouden gestabiliseerd hebben

Gebiedende wijs
stabiliseer

Aanvoegende wijs
stabilisere

Voorbeelden

  1. Stabiliseer haar.
    Get her stabilized.
  2. Stabiliseer noodenergie.
    All systems normal.
  3. Stabiliseer jij' m?
    Try and stabilize him.
  4. Stabiliseer de pols.
    Stabilize the wrist.
  5. Stabiliseer de benen.
    Stabilize his legs.
  6. Yang, stabiliseer zijn nek.
    Yang, stabilize his neck.
  7. Check je uitrusting en stabiliseer jezelf.
    Equipment check and consolidate.
  8. Vertel me hoe ik Firestorm stabiliseer.
    Tell me how to stabilize Firestorm.
  9. Geef hem een dopamine infuus, stabiliseer hem.
    Give him a dopamine drip, stabilize him.
  10. Goed, stabiliseer haar hoofd terwijl ik' n tracheotomie doe.
    Good. Stabilize her head while I trache her.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden