Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: spruiten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesproten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spruit
jij spruit
hij spruit
wij spruiten
jullie spruiten
zij spruiten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesproten
jij hebt gesproten
hij heeft gesproten
wij hebben gesproten
jullie hebben gesproten
zij hebben gesproten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sproot
jij sproot
hij sproot
wij sproten
jullie sproten
zij sproten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesproten
jij had gesproten
hij had gesproten
wij hadden gesproten
jullie hadden gesproten
zij hadden gesproten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal spruiten
jij zult spruiten
hij zal spruiten
wij zullen spruiten
jullie zullen spruiten
zij zullen spruiten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesproten hebben
jij zult gesproten hebben
hij zal gesproten hebben
wij zullen gesproten hebben
jullie zullen gesproten hebben
zij zullen gesproten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou spruiten
jij zou spruiten
hij zou spruiten
wij zouden spruiten
jullie zouden spruiten
zij zouden spruiten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesproten hebben
jij zou gesproten hebben
hij zou gesproten hebben
wij zouden gesproten hebben
jullie zouden gesproten hebben
zij zouden gesproten hebben

Gebiedende wijs
spruit

Aanvoegende wijs
spruite

Voorbeelden

  1. Dit is de hoogste spruit van God.
    This is the shoot of God most high.
  2. Je weet wel, achter mijn rug, werd ik bekend als Dr. spruit.
    You know, behind my back, I got to be known as Dr. Sprouts.
  3. Spruiten klinken goed.
    Rosenkål sounds good.
  4. De spruiten weer, meneer?
    Sprouts again, sir?
  5. Brusselse spruiten, ik doe het wel.
    Brussels sprouts, I 'm on it.
  6. En nu liggen mijn spruiten in de ketchup.
    And now you got sprouts all in my ketchup!
  7. Ik hield nooit van spruiten, maar ik ontken niet dat ze bestaan.
    I 've never liked Brussels sprouts, but I don 't deny they exist.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden