Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: spoolen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gespoold

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spool
jij spoolt
hij spoolt
wij spoolen
jullie spoolen
zij spoolen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gespoold
jij hebt gespoold
hij heeft gespoold
wij hebben gespoold
jullie hebben gespoold
zij hebben gespoold

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik spoolde
jij spoolde
hij spoolde
wij spoolden
jullie spoolden
zij spoolden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gespoold
jij had gespoold
hij had gespoold
wij hadden gespoold
jullie hadden gespoold
zij hadden gespoold

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal spoolen
jij zult spoolen
hij zal spoolen
wij zullen spoolen
jullie zullen spoolen
zij zullen spoolen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gespoold hebben
jij zult gespoold hebben
hij zal gespoold hebben
wij zullen gespoold hebben
jullie zullen gespoold hebben
zij zullen gespoold hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou spoolen
jij zou spoolen
hij zou spoolen
wij zouden spoolen
jullie zouden spoolen
zij zouden spoolen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gespoold hebben
jij zou gespoold hebben
hij zou gespoold hebben
wij zouden gespoold hebben
jullie zouden gespoold hebben
zij zouden gespoold hebben

Gebiedende wijs
spool

Aanvoegende wijs
spoole

Voorbeelden

  1. Dit is Bosis Spool.
    This is Bosis Spool.
  2. Emma Spool was altijd stipt op tijd.
    Emma Spool was as regular as clockwork.
  3. Spool moest pas over twee weken betalen.
    Spoolie 's rent was two weeks past due.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden