Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sponsoren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesponsord

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sponsor
jij sponsort
hij sponsort
wij sponsoren
jullie sponsoren
zij sponsoren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesponsord
jij hebt gesponsord
hij heeft gesponsord
wij hebben gesponsord
jullie hebben gesponsord
zij hebben gesponsord

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sponsorde
jij sponsorde
hij sponsorde
wij sponsorden
jullie sponsorden
zij sponsorden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesponsord
jij had gesponsord
hij had gesponsord
wij hadden gesponsord
jullie hadden gesponsord
zij hadden gesponsord

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sponsoren
jij zult sponsoren
hij zal sponsoren
wij zullen sponsoren
jullie zullen sponsoren
zij zullen sponsoren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesponsord hebben
jij zult gesponsord hebben
hij zal gesponsord hebben
wij zullen gesponsord hebben
jullie zullen gesponsord hebben
zij zullen gesponsord hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sponsoren
jij zou sponsoren
hij zou sponsoren
wij zouden sponsoren
jullie zouden sponsoren
zij zouden sponsoren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesponsord hebben
jij zou gesponsord hebben
hij zou gesponsord hebben
wij zouden gesponsord hebben
jullie zouden gesponsord hebben
zij zouden gesponsord hebben

Gebiedende wijs
sponsor

Aanvoegende wijs
sponsore

Voorbeelden

  1. Ja, mijn sponsor.
    Yeah, my sponsor.
  2. Dat is mijn sponsor.
    It 's my sponsor.
  3. Oxford' s grootste sponsor.
    Oxford 's our biggest donor.
  4. Hij is je sponsor.
    He 's your sponsor.
  5. Witkoff was mijn sponsor.
    Witkoff was my sponsor.
  6. Dat is mijn sponsor.
    There 's my sponsor.
  7. Ik was zijn sponsor.
    I was his sponsor.
  8. Wie onze sponsor is?
    Who 's our sponsor?
  9. Ze is je sponsor?
    She 's your sponsor?
  10. Ja, bel mijn sponsor.
    Yeah, call my sponsor.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden