Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sponsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesponst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spons
jij sponst
hij sponst
wij sponsen
jullie sponsen
zij sponsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesponst
jij hebt gesponst
hij heeft gesponst
wij hebben gesponst
jullie hebben gesponst
zij hebben gesponst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sponste
jij sponste
hij sponste
wij sponsten
jullie sponsten
zij sponsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesponst
jij had gesponst
hij had gesponst
wij hadden gesponst
jullie hadden gesponst
zij hadden gesponst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sponsen
jij zult sponsen
hij zal sponsen
wij zullen sponsen
jullie zullen sponsen
zij zullen sponsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesponst hebben
jij zult gesponst hebben
hij zal gesponst hebben
wij zullen gesponst hebben
jullie zullen gesponst hebben
zij zullen gesponst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sponsen
jij zou sponsen
hij zou sponsen
wij zouden sponsen
jullie zouden sponsen
zij zouden sponsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesponst hebben
jij zou gesponst hebben
hij zou gesponst hebben
wij zouden gesponst hebben
jullie zouden gesponst hebben
zij zouden gesponst hebben

Gebiedende wijs
spons

Aanvoegende wijs
sponse

Voorbeelden

  1. Hé, spons neer, spons neer.
    Hey, sponge down, sponge down.
  2. Spons, jullie daar?
    Sponge, you out there?
  3. Dat is geen spons.
    That 's not a brillo pad.
  4. Hier, neem een spons.
    Here, have a sponge.
  5. meer als een spons.
    More like a sponge.
  6. Jij bent een spons.
    You 're like a sponge.
  7. Net een natte spons.
    Like a wet sponge.
  8. De biologische spons en...
    The marine sponge and uh...
  9. Knip die spons in stukken.
    Cut up the last two sponges.
  10. Hoe je van de spons?
    Do you like the loofah?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden