Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: splitten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesplit

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik split
jij split
hij split
wij splitten
jullie splitten
zij splitten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesplit
jij hebt gesplit
hij heeft gesplit
wij hebben gesplit
jullie hebben gesplit
zij hebben gesplit

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik splitte
jij splitte
hij splitte
wij splitten
jullie splitten
zij splitten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesplit
jij had gesplit
hij had gesplit
wij hadden gesplit
jullie hadden gesplit
zij hadden gesplit

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal splitten
jij zult splitten
hij zal splitten
wij zullen splitten
jullie zullen splitten
zij zullen splitten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesplit hebben
jij zult gesplit hebben
hij zal gesplit hebben
wij zullen gesplit hebben
jullie zullen gesplit hebben
zij zullen gesplit hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou splitten
jij zou splitten
hij zou splitten
wij zouden splitten
jullie zouden splitten
zij zouden splitten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesplit hebben
jij zou gesplit hebben
hij zou gesplit hebben
wij zouden gesplit hebben
jullie zouden gesplit hebben
zij zouden gesplit hebben

Gebiedende wijs
split

Aanvoegende wijs
splitte

Voorbeelden

  1. split
    split
  2. Terroriserende split.
    Terrorizing split.
  3. Barney, split je stapels.
    Barney, split your tiles.
  4. Kan je een split?
    Can you do splits?
  5. Mijn banana split geld.
    My banana split money.
  6. Geen juice, split line.
    No juice, split line.
  7. Doe een split twist.
    Do a split twist.
  8. Winnaar door split decision...
    winner by split decision...
  9. Stoofpot, aardappelpuree, banana split?
    Some pot roast, mashed potatoes, banana split? Sure.
  10. Over rechts, split naar links.
    Flanker right, split left.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden