Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: spietsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gespietst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spiets
jij spietst
hij spietst
wij spietsen
jullie spietsen
zij spietsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gespietst
jij hebt gespietst
hij heeft gespietst
wij hebben gespietst
jullie hebben gespietst
zij hebben gespietst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik spietste
jij spietste
hij spietste
wij spietsten
jullie spietsten
zij spietsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gespietst
jij had gespietst
hij had gespietst
wij hadden gespietst
jullie hadden gespietst
zij hadden gespietst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal spietsen
jij zult spietsen
hij zal spietsen
wij zullen spietsen
jullie zullen spietsen
zij zullen spietsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gespietst hebben
jij zult gespietst hebben
hij zal gespietst hebben
wij zullen gespietst hebben
jullie zullen gespietst hebben
zij zullen gespietst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou spietsen
jij zou spietsen
hij zou spietsen
wij zouden spietsen
jullie zouden spietsen
zij zouden spietsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gespietst hebben
jij zou gespietst hebben
hij zou gespietst hebben
wij zouden gespietst hebben
jullie zouden gespietst hebben
zij zouden gespietst hebben

Gebiedende wijs
spiets

Aanvoegende wijs
spietse

Voorbeelden

  1. Misschien een spiets of kruisboogpijlen.
    Perhaps a pike or some crossbow bolts.
  2. Met alleen' n spiets red je' t niet.
    I think this is gonna take more than a stake.
  3. Als je terugkomt als vampier, spiets ik je zelf.
    Come back as a vampire, I 'll stake you myself.
  4. Je zou naar bij mij moeten komen voor een spiets in mijn achtertuin.
    You should come over to my place for a backyard luau.
  5. Moipa! Snel spietsen.
    We must spear Moipa quickly.
  6. Moet ik ze spietsen?
    Do you want me to pike them?
  7. Ik laat me spietsen.
    I 'll impale myself.
  8. Ga een ander spietsen.
    Go impale somebody.
  9. Ik ga je spietsen met...
    I 'm gonna skewer your...
  10. Ik had hem kunnen spietsen.
    I could have speared him.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden