Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: speedsurfen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gespeedsurft

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik speedsurf
jij speedsurft
hij speedsurft
wij speedsurfen
jullie speedsurfen
zij speedsurfen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gespeedsurft
jij hebt gespeedsurft
hij heeft gespeedsurft
wij hebben gespeedsurft
jullie hebben gespeedsurft
zij hebben gespeedsurft

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik speedsurfte
jij speedsurfte
hij speedsurfte
wij speedsurften
jullie speedsurften
zij speedsurften

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gespeedsurft
jij had gespeedsurft
hij had gespeedsurft
wij hadden gespeedsurft
jullie hadden gespeedsurft
zij hadden gespeedsurft

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal speedsurfen
jij zult speedsurfen
hij zal speedsurfen
wij zullen speedsurfen
jullie zullen speedsurfen
zij zullen speedsurfen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gespeedsurft hebben
jij zult gespeedsurft hebben
hij zal gespeedsurft hebben
wij zullen gespeedsurft hebben
jullie zullen gespeedsurft hebben
zij zullen gespeedsurft hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou speedsurfen
jij zou speedsurfen
hij zou speedsurfen
wij zouden speedsurfen
jullie zouden speedsurfen
zij zouden speedsurfen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gespeedsurft hebben
jij zou gespeedsurft hebben
hij zou gespeedsurft hebben
wij zouden gespeedsurft hebben
jullie zouden gespeedsurft hebben
zij zouden gespeedsurft hebben

Gebiedende wijs
speedsurf

Aanvoegende wijs
speedsurfe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden