Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: specificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gespecificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik specificeer
jij specificeert
hij specificeert
wij specificeren
jullie specificeren
zij specificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gespecificeerd
jij hebt gespecificeerd
hij heeft gespecificeerd
wij hebben gespecificeerd
jullie hebben gespecificeerd
zij hebben gespecificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik specificeerde
jij specificeerde
hij specificeerde
wij specificeerden
jullie specificeerden
zij specificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gespecificeerd
jij had gespecificeerd
hij had gespecificeerd
wij hadden gespecificeerd
jullie hadden gespecificeerd
zij hadden gespecificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal specificeren
jij zult specificeren
hij zal specificeren
wij zullen specificeren
jullie zullen specificeren
zij zullen specificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gespecificeerd hebben
jij zult gespecificeerd hebben
hij zal gespecificeerd hebben
wij zullen gespecificeerd hebben
jullie zullen gespecificeerd hebben
zij zullen gespecificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou specificeren
jij zou specificeren
hij zou specificeren
wij zouden specificeren
jullie zouden specificeren
zij zouden specificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gespecificeerd hebben
jij zou gespecificeerd hebben
hij zou gespecificeerd hebben
wij zouden gespecificeerd hebben
jullie zouden gespecificeerd hebben
zij zouden gespecificeerd hebben

Gebiedende wijs
specificeer

Aanvoegende wijs
specificere

Voorbeelden

  1. Specificeer lichtbron.
    Specify light source.
  2. Specificeer parameters.
    Please specify parameters.
  3. Specificeer de context.
    Specify the context.
  4. Snake Eater, specificeer overdracht.
    Snake Eater, specify transmission.
  5. Kun je het nog meer specificeren?
    Can you narrow it down at all?
  6. We moesten onze eigendommen specificeren voor de scheiding.
    We had to itemize our property for the divorce.
  7. Als we weten waar ze vandaan komt, kunnen we de zoekopdracht specificeren.
    If we know where she 's from, we can narrow down our search.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden