Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: soundchecken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesoundcheckt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik soundcheck
jij soundcheckt
hij soundcheckt
wij soundchecken
jullie soundchecken
zij soundchecken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesoundcheckt
jij hebt gesoundcheckt
hij heeft gesoundcheckt
wij hebben gesoundcheckt
jullie hebben gesoundcheckt
zij hebben gesoundcheckt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik soundcheckte
jij soundcheckte
hij soundcheckte
wij soundcheckten
jullie soundcheckten
zij soundcheckten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesoundcheckt
jij had gesoundcheckt
hij had gesoundcheckt
wij hadden gesoundcheckt
jullie hadden gesoundcheckt
zij hadden gesoundcheckt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal soundchecken
jij zult soundchecken
hij zal soundchecken
wij zullen soundchecken
jullie zullen soundchecken
zij zullen soundchecken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesoundcheckt hebben
jij zult gesoundcheckt hebben
hij zal gesoundcheckt hebben
wij zullen gesoundcheckt hebben
jullie zullen gesoundcheckt hebben
zij zullen gesoundcheckt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou soundchecken
jij zou soundchecken
hij zou soundchecken
wij zouden soundchecken
jullie zouden soundchecken
zij zouden soundchecken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesoundcheckt hebben
jij zou gesoundcheckt hebben
hij zou gesoundcheckt hebben
wij zouden gesoundcheckt hebben
jullie zouden gesoundcheckt hebben
zij zouden gesoundcheckt hebben

Gebiedende wijs
soundcheck

Aanvoegende wijs
soundchecke

Voorbeelden

  1. Soundcheck is om 18 uur.
    Sound check 's at 6: 00.
  2. Zullen we een soundcheck doen?
    What do you say we have a sound check?
  3. Ik zie je bij de soundcheck.
    I 'll see you at sound check.
  4. Waarom was die soundcheck niet eerder gedaan?
    Why wasn 't this sound check done sooner?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden