Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: snorken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesnorkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik snork
jij snorkt
hij snorkt
wij snorken
jullie snorken
zij snorken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesnorkt
jij hebt gesnorkt
hij heeft gesnorkt
wij hebben gesnorkt
jullie hebben gesnorkt
zij hebben gesnorkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik snorkte
jij snorkte
hij snorkte
wij snorkten
jullie snorkten
zij snorkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesnorkt
jij had gesnorkt
hij had gesnorkt
wij hadden gesnorkt
jullie hadden gesnorkt
zij hadden gesnorkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal snorken
jij zult snorken
hij zal snorken
wij zullen snorken
jullie zullen snorken
zij zullen snorken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesnorkt hebben
jij zult gesnorkt hebben
hij zal gesnorkt hebben
wij zullen gesnorkt hebben
jullie zullen gesnorkt hebben
zij zullen gesnorkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou snorken
jij zou snorken
hij zou snorken
wij zouden snorken
jullie zouden snorken
zij zouden snorken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesnorkt hebben
jij zou gesnorkt hebben
hij zou gesnorkt hebben
wij zouden gesnorkt hebben
jullie zouden gesnorkt hebben
zij zouden gesnorkt hebben

Gebiedende wijs
snork

Aanvoegende wijs
snorke

Voorbeelden

  1. Kom op, Snork, erover heen.
    Come on, Snork, over.
  2. Verstuik je enkel niet, Snork.
    Don 't hurt your ankle, Snork.
  3. Daarnaast, Snork, denk aan de meisjes.
    Plus, Snork, think of the birds.
  4. Snork kan nog beter verkopen dan jij.
    Snork can sell better than you.
  5. We hadden Snork in de auto kunnen laten.
    We could 've left Snork in the car.
  6. Ik ben Bruce, dat is Freddie, dat is Snork.
    I 'm Bruce, that 's Freddie, that 's Snork.
  7. Noem mij Snork omdat ik een neus voor sufferds heb.
    Call me Snork because I got a nose for muff.
  8. Dat was de reden dat Snork een bel op zijn hoed had.
    That was the reason Noddy had a bell on his hat.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden