Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: snookeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesnookerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik snooker
jij snookert
hij snookert
wij snookeren
jullie snookeren
zij snookeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesnookerd
jij hebt gesnookerd
hij heeft gesnookerd
wij hebben gesnookerd
jullie hebben gesnookerd
zij hebben gesnookerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik snookerde
jij snookerde
hij snookerde
wij snookerden
jullie snookerden
zij snookerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesnookerd
jij had gesnookerd
hij had gesnookerd
wij hadden gesnookerd
jullie hadden gesnookerd
zij hadden gesnookerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal snookeren
jij zult snookeren
hij zal snookeren
wij zullen snookeren
jullie zullen snookeren
zij zullen snookeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesnookerd hebben
jij zult gesnookerd hebben
hij zal gesnookerd hebben
wij zullen gesnookerd hebben
jullie zullen gesnookerd hebben
zij zullen gesnookerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou snookeren
jij zou snookeren
hij zou snookeren
wij zouden snookeren
jullie zouden snookeren
zij zouden snookeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesnookerd hebben
jij zou gesnookerd hebben
hij zou gesnookerd hebben
wij zouden gesnookerd hebben
jullie zouden gesnookerd hebben
zij zouden gesnookerd hebben

Gebiedende wijs
snooker

Aanvoegende wijs
snookere

Voorbeelden

  1. Ik speelde snooker.
    I was playing snooker.
  2. Het wordt gebruikt in snooker.
    It 's used in snooker.
  3. Ik houd niet van snooker.
    I don 't like the snooker.
  4. Nee, op de snooker, jij domoor.
    No, at snooker, you Wally!
  5. Wat hebben die met snooker te maken?
    What have they got to do with snooker?
  6. U bent niet gekomen om snooker te spelen.
    You didn 't come here to play snooker.
  7. En wat heeft dit te maken met snooker?
    And what 's that got to do with snooker?
  8. Maar snooker is tegenwoordig niet echt mijn hobby
    But snooker's not really my cup of tea
  9. Zie je, ik denk dat snooker iets groots gaat worden.
    You see, I think snooker is going to be big.
  10. Diagnosis Murder, snooker, Cash In The Attic, en Bargain Hunt.
    Diagnosis Murder, snooker, Cash In The Attic, and Bargain Hunt.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden