Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: snoeken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesnoekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik snoek
jij snoekt
hij snoekt
wij snoeken
jullie snoeken
zij snoeken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesnoekt
jij hebt gesnoekt
hij heeft gesnoekt
wij hebben gesnoekt
jullie hebben gesnoekt
zij hebben gesnoekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik snoekte
jij snoekte
hij snoekte
wij snoekten
jullie snoekten
zij snoekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesnoekt
jij had gesnoekt
hij had gesnoekt
wij hadden gesnoekt
jullie hadden gesnoekt
zij hadden gesnoekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal snoeken
jij zult snoeken
hij zal snoeken
wij zullen snoeken
jullie zullen snoeken
zij zullen snoeken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesnoekt hebben
jij zult gesnoekt hebben
hij zal gesnoekt hebben
wij zullen gesnoekt hebben
jullie zullen gesnoekt hebben
zij zullen gesnoekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou snoeken
jij zou snoeken
hij zou snoeken
wij zouden snoeken
jullie zouden snoeken
zij zouden snoeken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesnoekt hebben
jij zou gesnoekt hebben
hij zou gesnoekt hebben
wij zouden gesnoekt hebben
jullie zouden gesnoekt hebben
zij zouden gesnoekt hebben

Gebiedende wijs
snoek

Aanvoegende wijs
snoeke

Voorbeelden

  1. Rechts beneden de snoek.
    Right down the pike.
  2. Snoek, ben jij dat?
    Whoa! Spock, is that you?
  3. Toevallig is het snoek, man!
    As a matter of fact it was pike, man!
  4. De snoek redt hem niet.
    The pike won 't save him.
  5. Ik hou van die snoek.
    I love me a schnook.
  6. Wat voor vis is het? Snoek.
    What kind of fish is it?
  7. Kijk uit voor die snoek, Jones.
    Watch out for the pike in there, Jones.
  8. De snoek is vrij goed, maar...
    The pike is pretty good, but...
  9. De snoek die je vorige maand ving.
    The pike you caught last month.
  10. Heb je weleens een ontzettende snoek gevangen?
    You ever hook into a monster snook?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden