1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. snoeien

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: snoeien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesnoeid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik snoei
jij snoeit
hij snoeit
wij snoeien
jullie snoeien
zij snoeien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesnoeid
jij hebt gesnoeid
hij heeft gesnoeid
wij hebben gesnoeid
jullie hebben gesnoeid
zij hebben gesnoeid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik snoeide
jij snoeide
hij snoeide
wij snoeiden
jullie snoeiden
zij snoeiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesnoeid
jij had gesnoeid
hij had gesnoeid
wij hadden gesnoeid
jullie hadden gesnoeid
zij hadden gesnoeid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal snoeien
jij zult snoeien
hij zal snoeien
wij zullen snoeien
jullie zullen snoeien
zij zullen snoeien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesnoeid hebben
jij zult gesnoeid hebben
hij zal gesnoeid hebben
wij zullen gesnoeid hebben
jullie zullen gesnoeid hebben
zij zullen gesnoeid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou snoeien
jij zou snoeien
hij zou snoeien
wij zouden snoeien
jullie zouden snoeien
zij zouden snoeien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesnoeid hebben
jij zou gesnoeid hebben
hij zou gesnoeid hebben
wij zouden gesnoeid hebben
jullie zouden gesnoeid hebben
zij zouden gesnoeid hebben

Gebiedende wijs
snoei

Aanvoegende wijs
snoeie

Voorbeelden

  1. Snoei de fruitbomen.
    Prune the fruit trees.
  2. Ik snoei deze week alle heggen.
    I 'm going to trim all the hedges this week.
  3. Ik wou dat ik meer kon doen, maar... ik snoei de heggen alleen maar.
    I wish I could do more to help you, I do but I just trim the hedges.
  4. Die kun je snoeien.
    You can cut them.
  5. Ik ben aan het snoeien.
    I am deadheading.
  6. die kun je erg mooi snoeien.
    These will prune up nicely.
  7. U zou deze echt moeten snoeien.
    You really ought to prune these.
  8. Zij vormen en snoeien het landschap.
    They shape and prune the landscape.
  9. De Dombrechts laten morgen je heggen snoeien.
    The Dombrechts are cutting your hedges tomorrow.
  10. Heel dit gebied is afgesloten als we snoeien.
    in fact This whole area is technically closed while we 're trimming

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try