Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sneer
jij sneert
hij sneert
wij sneren
jullie sneren
zij sneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesneerd
jij hebt gesneerd
hij heeft gesneerd
wij hebben gesneerd
jullie hebben gesneerd
zij hebben gesneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sneerde
jij sneerde
hij sneerde
wij sneerden
jullie sneerden
zij sneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesneerd
jij had gesneerd
hij had gesneerd
wij hadden gesneerd
jullie hadden gesneerd
zij hadden gesneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sneren
jij zult sneren
hij zal sneren
wij zullen sneren
jullie zullen sneren
zij zullen sneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesneerd hebben
jij zult gesneerd hebben
hij zal gesneerd hebben
wij zullen gesneerd hebben
jullie zullen gesneerd hebben
zij zullen gesneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sneren
jij zou sneren
hij zou sneren
wij zouden sneren
jullie zouden sneren
zij zouden sneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesneerd hebben
jij zou gesneerd hebben
hij zou gesneerd hebben
wij zouden gesneerd hebben
jullie zouden gesneerd hebben
zij zouden gesneerd hebben

Gebiedende wijs
sneer

Aanvoegende wijs
snere

Voorbeelden

  1. Dat was haar favoriete sneer.
    It was her favourite put-down.
  2. Dat was geloof ik een sneer.
    I think that was a dig!
  3. Is dat een sneer naar m' n...
    Is that a derogatory reference to...
  4. Was dat een sneer over mijn gewicht?
    Was that a crack about my weight?
  5. Ze gaven een sneer of ze keken de andere kant op.
    It was even an ugly world and we looked away.
  6. Yeah, hij heeft losse handjes en geeft haar weer een sneer
    Yeah, smacking' her around And always talkin' so tough
  7. Minderen sneren, meer smeren.
    Less blathering, more slathering.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden