NL: sneldaten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gesneldatet
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik sneldate jij sneldatet hij sneldatet wij sneldaten jullie sneldaten zij sneldaten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gesneldatet jij hebt gesneldatet hij heeft gesneldatet wij hebben gesneldatet jullie hebben gesneldatet zij hebben gesneldatet
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik sneldatete jij sneldatete hij sneldatete wij sneldateten jullie sneldateten zij sneldateten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gesneldatet jij had gesneldatet hij had gesneldatet wij hadden gesneldatet jullie hadden gesneldatet zij hadden gesneldatet
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal sneldaten jij zult sneldaten hij zal sneldaten wij zullen sneldaten jullie zullen sneldaten zij zullen sneldaten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gesneldatet hebben jij zult gesneldatet hebben hij zal gesneldatet hebben wij zullen gesneldatet hebben jullie zullen gesneldatet hebben zij zullen gesneldatet hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou sneldaten jij zou sneldaten hij zou sneldaten wij zouden sneldaten jullie zouden sneldaten zij zouden sneldaten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gesneldatet hebben jij zou gesneldatet hebben hij zou gesneldatet hebben wij zouden gesneldatet hebben jullie zouden gesneldatet hebben zij zouden gesneldatet hebben
|
| Gebiedende wijs |
sneldate
|
| Aanvoegende wijs |
| sneldate |