1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. smite

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to smite    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
smiting

Present simple (ott)
I smite
you smite
he smites
we smite
you smite
they smite

Present perfect (vtt)
I have smitten
you have smitten
he has smitten
we have smitten
you have smitten
they have smitten

Past Simple (ovt)
I smote
you smote
he smote
we smote
you smote
they smote

Past perfect (vvt)
I had smitten
you had smitten
he had smitten
we had smitten
you had smitten
they had smitten

Present future (ottt)
I will smite
you will smite
he will smite
we will smite
you will smite
they will smite

Present future perfect (vttt)
I will have smitten
you will have smitten
he will have smitten
we will have smitten
you will have smitten
they will have smitten

Past future (ovtt)
I would smite
you would smite
he would smite
we would smite
you would smite
they would smite

Past future perfect (vvtt)
I would have smitten
you would have smitten
he would have smitten
we would have smitten
you would have smitten
they would have smitten


Voorbeelden

  1. They will smite you.
    Zij zúllen je neerslaan.
  2. Smite me again, barkeep!
    Gooi maar vol, kastelein!
  3. He shall smite them.
    Hij zal ze neerslaan.
  4. I smite thee, Sam Merlotte!
    Ik vel jou, Sam Merlotte.
  5. The Lord will smite you.
    God zal je straffen.
  6. May the Lord smite thee down.
    Moge de heer u in elkaar slaan.
  7. You want us to smite him?
    Moeten we hem neerslaan?
  8. I helped him smite an evil man.
    Ik hielp een slechte man te vernietigen.
  9. Smite someone who deserves it for once.
    Vernietig iemand die het verdiend.
  10. You said you 're gonna smite me?
    Je zei dat je me ging slaan?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try