Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: smeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesmeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik smeer
jij smeert
hij smeert
wij smeren
jullie smeren
zij smeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesmeerd
jij hebt gesmeerd
hij heeft gesmeerd
wij hebben gesmeerd
jullie hebben gesmeerd
zij hebben gesmeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik smeerde
jij smeerde
hij smeerde
wij smeerden
jullie smeerden
zij smeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesmeerd
jij had gesmeerd
hij had gesmeerd
wij hadden gesmeerd
jullie hadden gesmeerd
zij hadden gesmeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal smeren
jij zult smeren
hij zal smeren
wij zullen smeren
jullie zullen smeren
zij zullen smeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesmeerd hebben
jij zult gesmeerd hebben
hij zal gesmeerd hebben
wij zullen gesmeerd hebben
jullie zullen gesmeerd hebben
zij zullen gesmeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou smeren
jij zou smeren
hij zou smeren
wij zouden smeren
jullie zouden smeren
zij zouden smeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesmeerd hebben
jij zou gesmeerd hebben
hij zou gesmeerd hebben
wij zouden gesmeerd hebben
jullie zouden gesmeerd hebben
zij zouden gesmeerd hebben

Gebiedende wijs
smeer

Aanvoegende wijs
smere

Voorbeelden

  1. Smeer hem, man, smeer hem!
    Waste it, man, waste it!
  2. Wil je' m smeren, smeer' m dan.
    Would you buzzed, greasing him then,
  3. Smeer' m, Taggart.
    Get out of here, Taggart!
  4. Smeer' m, jongens.
    Come on guys, get lost.
  5. Smeer veel zonnebrandcrème.
    Wear lots of sunscreen.
  6. Smeer hem, Jesse.
    Go! Get out of here, Jesse!
  7. Ik smeer alleen brood.
    I make sandwiches.
  8. Smeer die varkens in.
    Grease those pigs up!
  9. Smeer het allemaal uit.
    Spread it all over.
  10. Smeer vet op dat.
    Get grease on that.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden