Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: smelten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesmolten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik smelt
jij smelt
hij smelt
wij smelten
jullie smelten
zij smelten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesmolten
jij hebt gesmolten
hij heeft gesmolten
wij hebben gesmolten
jullie hebben gesmolten
zij hebben gesmolten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik smolt
jij smolt
hij smolt
wij smolten
jullie smolten
zij smolten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesmolten
jij had gesmolten
hij had gesmolten
wij hadden gesmolten
jullie hadden gesmolten
zij hadden gesmolten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal smelten
jij zult smelten
hij zal smelten
wij zullen smelten
jullie zullen smelten
zij zullen smelten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesmolten hebben
jij zult gesmolten hebben
hij zal gesmolten hebben
wij zullen gesmolten hebben
jullie zullen gesmolten hebben
zij zullen gesmolten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou smelten
jij zou smelten
hij zou smelten
wij zouden smelten
jullie zouden smelten
zij zouden smelten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesmolten hebben
jij zou gesmolten hebben
hij zou gesmolten hebben
wij zouden gesmolten hebben
jullie zouden gesmolten hebben
zij zouden gesmolten hebben

Gebiedende wijs
smelt

Aanvoegende wijs
smelte

Voorbeelden

  1. Smelt zijn ijssculptuur!
    Melt his ice sculpture!
  2. Misschien smelt het.
    Maybe it 'll melt.
  3. Duncan, je ijsje smelt.
    Duncan, your ice cream 's melting.
  4. Je helm smelt gewoon.
    She 'll melt your helmet line.
  5. Onze geesten smelt samen.
    Our minds are merging.
  6. Het smelt allemaal weg.
    It all just melts away.
  7. Hopelijk smelt het gelijkmatig.
    I just hope it melts evenly.
  8. Mijn hart smelt gaandeweg.
    My soul weakens already
  9. Dit versnelt smelt het.
    This accelerates the melt.
  10. Smelt in je mond.
    Melts in your mouth.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden