Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: smashen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesmasht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik smash
jij smasht
hij smasht
wij smashen
jullie smashen
zij smashen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesmasht
jij hebt gesmasht
hij heeft gesmasht
wij hebben gesmasht
jullie hebben gesmasht
zij hebben gesmasht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik smashte
jij smashte
hij smashte
wij smashten
jullie smashten
zij smashten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesmasht
jij had gesmasht
hij had gesmasht
wij hadden gesmasht
jullie hadden gesmasht
zij hadden gesmasht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal smashen
jij zult smashen
hij zal smashen
wij zullen smashen
jullie zullen smashen
zij zullen smashen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesmasht hebben
jij zult gesmasht hebben
hij zal gesmasht hebben
wij zullen gesmasht hebben
jullie zullen gesmasht hebben
zij zullen gesmasht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou smashen
jij zou smashen
hij zou smashen
wij zouden smashen
jullie zouden smashen
zij zouden smashen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesmasht hebben
jij zou gesmasht hebben
hij zou gesmasht hebben
wij zouden gesmasht hebben
jullie zouden gesmasht hebben
zij zouden gesmasht hebben

Gebiedende wijs
smash

Aanvoegende wijs
smashe

Voorbeelden

  1. Ik kan smash iedereen.
    I can smash anybody.
  2. Bataljon een, smash dingen!
    Battalion A, smash things!
  3. En een smash door Manslaughter.
    And a smash by Manslaughter.
  4. Een verticale smash en dan omkeren.
    A vertical smash and go to a reverse.
  5. Charlie, als we gonna smash het raam,
    Charlie, if we 're gonna smash the window,
  6. Dames en heren, de Smash Club is trots....
    Ladies and Gentlemen, the Smash Club is proud to....
  7. Mitch, 5 voet 8 inches van smash-mouth racing spanning.
    Mitch, 5 foot 8 inches of smash-mouth racing excitement.
  8. Je smash ze allebei over het hoofd met een fles.
    You smash them both over the head with a bottle.
  9. Niet zo goed als Smashen, maar ook niet slecht.
    Not as good as smashing, but not bad either.
  10. Als Lisa probeert te smashen, moet je de lijn verdedigen!
    When Lisa goes for the spike, you have to cover the line!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden